Productie van waterstof op zee kan miljarden euro besparen

Nederland kan miljarden euro’s besparen door op de Noordzee niet alleen elektriciteit op te wekken met windmolens, maar ook ‘nieuw gas’ te maken in de vorm van waterstof. Dat is de conclusie van een rapport van TNO en een dertigtal bedrijven waaronder Gasunie, Shell, Boskalis en Van Oord.

Het rapport is aangeboden aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Een gezamenlijk netwerk moet elektriciteit, waterstof en gas aan land brengen en CO2 van de industrie in lege gasvelden onder de Noordzee pompen.

De enorme windmolenparken die de komende tientallen jaren worden aangelegd op zee zullen in de toekomst bij harde wind regelmatig een overschot aan elektriciteit produceren. Op bewolkte dagen en dagen zonder wind zou er een tekort kunnen ontstaan. Voor dit probleem zou waterstof een oplossing zijn. Dit ‘nieuwe gas’ kan via de bestaande gasleidingen aan land gebracht worden.

Waterstof kan gebruikt worden voor de industrie. Het kan ingezet worden voor de verwarming van huizen, als brandstof voor vrachtauto’s en wellicht ook voor vliegtuigen. Zowel bedrijven als overheden pleiten in toenemende mate voor waterstof als nieuwe klimaatvriendelijke oplossing voor energievraagstukken. Het rapport wijst er vooral op dat er knopen doorgehakt moeten worden om de infrastructuur hiervoor op orde te hebben.

Experiment
Het olie- en gasbedrijf Neptune begint binnenkort met een experiment vanaf een gasplatform dat 18 kilometer uit de kust van Scheveningen ligt. Het bedrijf laat een zeecontainer aan dek hijsen met een ‘elektrolyser’ die elektriciteit omzet in waterstof, en dat vervolgens via de gasleiding aan land brengt.

Shell heeft vergevorderde investeringsplannen in de Eemshaven en Rotterdam om op grote schaal waterstof te produceren met behulp van ‘groene’ elektriciteit. De lopende aanbesteding voor een windpark voor de Noord-Hollandse kust gaat er al van uit dat een deel van de op te wekken elektriciteit omgezet wordt in waterstof.

Door bij een overschot elektriciteit om te zetten in waterstof, hoeft het niet gedumpt te worden op de elektriciteitsmarkt. Daardoor leveren grote windparken op zee meer geld op.

Het TNO-rapport is van belang voor de discussie die nu volop gevoerd wordt over de toekomstige energie-infrastructuur in Nederland op zee en op land. De toekomst van waterstof bepaalt mede de verhouding tussen kabels en leidingen in Nederland. De overtuiging groeit, ook bij minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat, dat waterstof een belangrijke rol moet krijgen in het toekomstige klimaatbeleid.

Dat levert niet alleen reserves op voor momenten waarop er een gebrek aan zon en wind is, maar er kan ook nieuw gas worden geproduceerd om fabrieken en huizen te verwarmen. Ook op land zou het fijnmazige gasnetwerk een rol kunnen blijven spelen, wat financieel aantrekkelijker is dan alle historische binnensteden van dikke nieuwe elektriciteitskabels te voorzien. De gasproducerende bedrijven zien een kans om het uitgebreide leidingnetwerk op land en op zee te gebruiken voor transport van waterstof.

Nederland is niet het enige land dat wil inzetten op waterstof. Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat deed een oproep tot meer aandacht voor waterstof bij de Europese Unie, samen met Duitsland, Frankrijk, België, Luxemburg, Oostenrijk en Zwitserland. Duitsland besloot negen miljard euro te steken in de ontwikkeling van waterstofproductie.