De rijksoverheid, provincies en gemeenten trekken 30 miljoen euro uit voor de aanleg van honderdduizenden extra laadpalen. Dat bevestigt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het kabinet neemt 15 miljoen euro voor zijn rekening. De provincies en gemeenten leggen samen hetzelfde bedrag op tafel. Dat is niet genoeg om de aanleg van laadpalen te bekostigen, maar dat is ook niet de bedoeling. Een groot deel van de kosten zal worden betaald door aanbieders van laadpalen, die met grootschalige tenders de opdracht krijgen voor de installatie van tienduizenden oplaadplekken. Als het doel van 1,9 miljoen elektrische auto’s in 2030 wordt gehaald, zijn daarvoor naar schatting 1,7 miljoen oplaadpunten nodig. Volgend jaar zijn naar verwachting 213 nieuwe laadpunten per werkdag nodig, in 2025 zijn dat er 550. Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland waren er eind mei bijna 56.000 laadpunten en 1308 snellaadpunten in Nederland.
Opladen bij supermarkt
De laadpunten komen in woonwijken en bij bedrijventerreinen, voor bussen en vrachtwagens. In het plan worden ook ‘laadpleinen’ gepresenteerd, bijvoorbeeld op parkeerplaatsen bij supermarkten of horeca. Staatssecretaris Van Veldhoven (Infrastructuur) trok eerder al vijf miljoen euro uit voor de ontwikkeling van 45 van zulke ‘slimme laadpleinen’. De extra oplaadmogelijkheden zijn volgens het ministerie nodig voor een verdere doorbraak van elektrisch rijden. Het kabinet wil dat in 2030 alle nieuwe auto’s zonder uitlaatgassen rijden.