Het treinverkeer in Nederland heeft last van de slappe bodem onder grote delen van het spoor, schrijft Treinreiziger.nl. NS zet steeds meer en zwaardere treinen in, waardoor de kans op verzakkingen toeneemt. Spoorbeheerder ProRail begint een onderzoek, NS deelt de zorgen.
Langzamer en minder treinen dan gepland
Door de bodemgesteldheid moeten op drukke delen van het spoor treinen langzamer rijden of dreigen geplande extra treinen te worden geschrapt. Dat is bijvoorbeeld het geval op het traject Den Haag-Rotterdam, waar extra sprinters zouden komen.
Het probleem doet zich met name in het westen van het land voor, zegt ProRail-woordvoerder Coen van Kranenburg in het NOS Radio 1 Journaal. “Overal waar het woord ‘veen’ in voorkomt zit je in de problemen.” Hij wijst erop dat deze kwestie op meer plekken speelt, zoals de kades in Amsterdam die dreigen te verzakken of de Merwedebrug in de A27.
Tussen Amsterdam en Utrecht zouden treinen veel sneller gaan rijden, maar dat lijkt niet haalbaar. Twee van de vier sporen kunnen snelheden tot 200 kilometer per uur aan, maar de treinen rijden hier hooguit 140 kilometer per uur. Tussen Utrecht en Den Bosch is de staat van de bodem zodanig dat er waarschijnlijk geen treinen meer bij kunnen.
Lichter materieel
Ook voor internationale treinen zoals die naar Berlijn heeft het grondprobleem gevolgen: die rit duurt nu nog ruim zes uur en de ambitie is om die sterk te verkorten, maar de bestelde nieuwe treinen moeten in Nederland op een deel van het traject vanwege de zwakke bodem waarschijnlijk juist langzamer gaan rijden.
Hetzelfde geldt voor de nieuwe nachttrein naar Praag, die in de loop van dit jaar gaat rijden. Die is zwaar doordat hij wordt getrokken door een locomotief en daarom komen er snelheidsbeperkingen op een deel van het Nederlandse traject.
Er zijn trouwens ook andere oplossingen mogelijk: tussen Leiden en Utrecht, waar het spoor op zacht veen ligt, rijdt de intercity met sprintermaterieel, dat lichter is. Bij treinen gaat het daarbij overigens niet om het totale gewicht, maar om het gewicht per as. Dat bepaalt hoe zwaar de belasting op de rail is.