Aan de TU Eindhoven werd afgelopen week een auto gepresenteerd die vrijwel geheel is gemaakt van afval. Het gaat niet alleen om gebruikte PET-flessen en huishoudelijk afval, maar ook om plastic dat is opgevist uit oceanen.
Aan het project hebben 22 studenten anderhalf jaar gewerkt. Ze willen de auto-industrie laten zien dat afval daadwerkelijk kan dienen als nieuwe grondstof.
Dit is ‘afvalauto’ Luca
Met meerdere bedrijven zijn de studenten erin geslaagd om van het afval, in combinatie met bijvoorbeeld vlas, kokosvezels en paardenhaar, nieuwe materialen te maken die sterk, veilig en mooi genoeg zijn. In de achterwielen van auto Luca zitten twee elektrische motoren. De Luca weegt volgens de studenten de helft van vergelijkbare elektrische auto’s en heeft een actieradius van 220 kilometer.
Auto Recycling Nederland reageert enthousiast op het project. Nu worden in nieuwe auto’s vaak tientallen soorten plastic gebruikt. Bij Europese autofabrikanten gaat het om ruim een miljoen ton plastic per jaar, en het plasticaandeel in auto’s blijft groeien. “Zo’n afvalauto zal echt niet meteen morgen in de showroom staan”, zegt Martijn Boelhouwer van ARN. “Maar ik denk dat dit heel inspirerend kan zijn voor de branche.”
Plastic lag jaren in oceaan
De studenten hebben alle soorten afval op allerlei manieren getest, met verschillende diktes en vormen, tot ze uiteindelijk het gewenste resultaat bereikten. De buitenkant van de auto is nu gemaakt van vlasvezels in combinatie met oceaanplastic.
Omdat dat doorgaans jarenlang in zeewater heeft gelegen, heeft het de studenten verrast dat het toch is gelukt om er bruikbare materialen van te maken. “Dat was echt kicken”, reageert een van hen.
Student Sietze Gelderloos zegt dat in de stoelen PET-flessen zijn verwerkt. “Door dat hierin te gebruiken, kunnen we langer met het materiaal doen. In een wegwerpflesje kan het plastic misschien maar tien keer hergebruikt worden, maar als het om tien auto’s gaat, ben je misschien zo honderd jaar verder.”
“We produceren met zijn allen 2,1 miljard ton afval per jaar. Dat is 7380 keer een tot het dak gevuld Philips-stadion”, schrijft de TU Eindhoven in de uitnodiging voor de presentatie van de auto. De auto-industrie heeft al wel grote stappen gezet met betrekking tot het recyclen van oude auto’s, maar het gebruik van afval als nieuwe grondstof gebeurt nog nauwelijks.
Het oude plastic kan volgens de studenten in veel elementen van de auto worden gebruikt. “Wel is het iets minder sterk dan nieuw plastic, daarom moet je er iets meer van gebruiken.” Overigens zijn sommige elementen in de auto wel nieuw, zoals het stuur en de pedalen, de voorruit en de elektronica. De andere ruiten zijn dan weer wel gerecycled, maar omdat de ramen na recycling wat donkerder getint glas opleveren, is dat minder geschikt voor de voorruit.
Recyclen van auto’s
Oude auto’s worden tegenwoordig bijna geheel gerecycled, blijkt uit gegevens van Auto Recycling Nederland. Volgens de laatste cijfers gaat het om maar liefst 98,4 procent van gebruikte auto’s. Zo gaat olie naar de scheepvaart en metaal naar de metaalverwerkende industrie. Maar de verschillende onderdelen worden dus niet verwerkt in nieuwe auto’s.
Volgens Boelhouwer heeft dat te maken met de strenge veiligheidseisen voor nieuwe auto’s. Alleen sommige kunststoffen worden al hergebruikt, bijvoorbeeld in bumpers. De uitdaging voor de autobranche om toch ook ‘circulair’ te worden, is dan ook groot, zegt hij. De sector kijkt er volgens ARN wel naar, maar het ‘van auto naar auto’ gaan staat nog in de kinderschoenen.
Ook batterijen van elektrische auto’s worden overigens voor een belangrijk deel hergebruikt, zegt Boelhouwer, bijvoorbeeld voor energie-opslag of in een fluisterboot. Een ander deel wordt gerecycled door gespecialiseerde bedrijven. En wat er dan nog over is, wordt gestort of verbrand.
Eerste stap
De Luca mag intussen nog niet de openbare weg op, maar de studenten willen hem daarvoor nog wel laten keuren. Ook hopen ze dat de branche het gebruik van afval snel oppakt.
Gelderloos: “Er zijn echt nog wel wat zaken die zich nog moeten bewijzen, zoals de brandveiligheid en waterbestendigheid. Maar wij durven graag te dromen en zetten nu de eerste stap.”