Foto bij artikel NMi Acutec

Kracht NMi zit in ontwikkeling van technici

Martin Nederhof is manager operations bij NMi (Nederlands Meet Instituut). Hij stuurt de approval experts aan binnen de divisies mobiliteit en wegen.

We hebben veel te maken met de ontwikkelingen bij onze klanten, zien als één van de eersten allerlei nieuwe ontwikkelingen en bouwen hierdoor mee aan de basis van veel innovatieve technische oplossingen.

 

Iets dat nog niet bestaat, dat iets meet dat nog niet gemeten wordt
NMi is ontstaan vanuit de voormalige overheidsdienst van het IJkwezen dat ervoor zorgde dat gebruikte meetapparatuur werd geijkt om te zorgen dat de consument nooit te veel hoefde te betalen voor datgene dat hij afnam. Ruim dertig jaar geleden werd de organisatie geprivatiseerd en ontstond NMi. Het ijken dat tegenwoordig Kalibreren heet is niet langer één van hun primaire werkzaamheden. De prototypes van meetapparatuur of apparatuur waar een meter in zit verwerkt, worden getest op correctheid en dit heet typekeuring. Dit doen ze in één van hun laboratoria of op locatie als de situatie of het formaat testen in-house niet mogelijk is.

Voor een deel van de meetapparatuur is certificering wettelijk verplicht wanneer deze onder de metrologiewet valt. NMi voert deze onderzoeken uit en verleent het certificaat als het prototype doet wat het hoort te doen. Denk bijvoorbeeld aan een elektronische weegschaal die onder alle omstandigheden (vocht, temperatuur, EMC testen etc.) een kilo aangeeft als er een kilo gewicht op staat.

Nu is een weegschaal een relatief eenvoudig apparaat. Onze kennis en kunde wordt meer op de proef gesteld bij nieuwe apparatuur voor nieuwe toepassingen waar nog niet iets anders voor bestaat en dat iets meet dat nog niet gemeten wordt.

Iets dat nog niet bestaat, dat iets meet dat nog niet gemeten wordt lijkt een filosofisch cryptogram. Martin heeft er echter binnen meerdere projecten jaarlijks mee te maken. Zo wordt de elektriciteit die je laadt bij een oplaadstation wel gemeten, maar er is nog geen regelgeving voor de gebruikte apparatuur. Deze is wel in de maak, maar dit proces loopt vaak achter op de technische ontwikkelingen.

Binnen het NMi zijn er vanuit verschillende vakgebieden mensen namens de Nederlandse overheid actief als technisch expert binnen de verschillende internationale werkgroepen die aan de wieg van deze regelgeving staan.

In het artikel ‘Fulltime masterstudie en fulltime baan … logisch!’ vertelt Timothy Bak over zijn ervaringen bij NMi. Wat zijn afstudeerproject binnen NMi zou worden wist hij toen nog niet. Het is nu bekend: het is onderdeel van dit ‘elektrisch tanken’. Ze staan hiermee niet enkel aan de wieg van de meetapparatuur, maar ook aan die van wet- en regelgeving rondom tanken van elektriciteit.

 

Blijven ontwikkelen en diversiteit gaan hand in hand
NMi werkt voor veel fabrikanten over de hele wereld en heeft daarmee te maken met veel  verschillende wetten en regelgevingen voor soms hetzelfde apparaat. “Deze diversiteit is geweldig en geeft ons werk een extra uitdaging. Bij het NMi hebben we deze diversiteit nodig. Op ieder vlak, zowel qua projecten, klanten, landen als onderwerpen en werkvelden.

Iedere techneut is projectleider van zijn eigen projecten en heeft veel contact met zijn klanten en is altijd van A tot Z bij de projecten betrokken. Zo’n project kan een herkeuring zijn in een fabriek in China, het typekeuren van nieuwe meetinstrumenten of het afwikkelen van een rapport.

De medewerkers bij NMi willen zich blijven ontwikkelen. Dit zit in de aard van het beestje en dat hebben ze goed begrepen. “Het is belangrijk om de uitdaging in het werk te houden. Vooral voor onze medewerkers, maar dit komt uiteindelijk ook de kwaliteit die we leveren ten goede.” Daarom worden medewerkers zoveel mogelijk ingezet op projecten waar hun interesse ligt en waar kwaliteiten en capaciteiten op aansluiten of binnen gebieden waarin men zich wil ontwikkelen.

 

Remote audits een prima alternatief
Veel van de werkzaamheden worden uitgevoerd in de laboratoria. Deze gaan tijdens Covid-19 ‘gewoon’ door. De certificeringen op locatie vergen echter drastische aanpassingen. “We waren één van de eerste wereldwijd die overgingen tot remote auditing. Dat bevalt goed.” Het scheelt veel reistijd en belangrijker, de controle, processen, certificering en productie bij de klant kunnen hierdoor verder.

Martin schat in dat voor sommige audits de remote versies een prima optie blijven. Wel wordt de komst van de specialist ter plaatse nog steeds op prijs gesteld. “Het is onze insteek om de klant te helpen een topproduct op de markt te zetten dat aan alle wet- en regelgeving voldoet. We sturen daarom altijd een specialist ter plekke die door zijn kennis en bredere interesse werkelijk meerwaarde biedt.