Voor het eerst is gedetailleerd gekeken naar de kostenkant van de proeven met het aardgasvrij maken van wijken. Het Economische Instituut voor de Bouw (EIB) becijfert dat het een gemiddelde investering vergt van 40.000 euro per woning om een huis van het gas te halen. Meer dan de helft van die investering is niet terug te verdienen met besparingen op de energierekening en is dus onrendabel.
Het EIB acht het daarnaast onwaarschijnlijk dat de kosten de komende jaren zullen dalen. “De lessen uit de proeftuinwijken zijn belangrijk en hard nodig om te voorkomen dat deze kosten nóg verder zullen stijgen“, waarschuwt Taco van Hoek, directeur van het EIB.
Er zijn ook proeftuinen die rekening houden met gemiddelde kosten van 10.000 tot 20.000 euro per woning. Volgens het EIB, die deze kostenplaatjes analyseerde, worden regelmatig bij deze schattingen noodzakelijke financiële kostenposten buiten beschouwing gelaten. Zo worden proceskosten niet altijd meegenomen zoals participatietrajecten voor bewoners, kosten die gemeenten zelf maken, of van ingehuurde partijen.
Soms wordt er door proeftuinen geen rekening gehouden met risico’s zoals vertraging of juridische procedures. Bij sommige proeftuinen is er sprake van zeer gunstige condities die breder in Nederland minder gelden. Zo was in de proeftuin van Purmerend een groot deel van de woningen al aangesloten op een warmtenet. “Hier worden kosten gedrukt doordat een aanzienlijk aantal woningen slechts de overstap naar elektrisch koken hoeven te maken.”
Tot nu toe werd door minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken juist verwacht dat er een kostenreductie zou ontstaan door de zogenoemde wijkaanpak. Het ministerie veronderstelt namelijk dat met de proeftuinen een ‘vliegwieleffect’ ontstaat, waardoor met de jaren het tempo toeneemt dat Nederlandse woningen aardgasvrij worden.
Door dit ‘vliegwieleffect’ denkt het ministerie dat er een kostenreductie ontstaat waardoor het goedkoper wordt om huizen te verduurzamen. Het ministerie stelt in een reactie dat de kostenreductie onmisbaar is om de verduurzaming van huizen voor steeds meer situaties betaalbaar te maken. Verantwoordelijk minister Ollongren zei verschillende malen dat het gasloos maken van woningen goedkoper zou worden door opschaling, innoveren en industrialiseren.
Maar volgens Van Hoek gaat die kostenreductie er niet komen. “We moeten rekening houden met het feit dat er hoge kosten aan de hele energietransitie kleven en dat we daar niet vanaf komen door te denken dat we die gaan ‘weg industrialiseren’ of ‘weg innoveren’. Kostenverlagingen op onderdelen zijn mogelijk, maar daar staan in de tijd ook kostenverhogende factoren tegenover.”
“En dan die opschaling”. Daar is in de praktijk geen sprake van. “Als we naar de projecten kijken in de proeftuinen dan zien we eerder afschaling“, aldus Van Hoek. Het doel van het ministerie was om 30.000 tot 50.000 gebouwen per jaar in 2021 van het gas af te halen. Tot nu toe zijn er iets meer dan 200 woningen van het gas gehaald, becijferde de Volkskrant onlangs. Inmiddels ontkent het ministerie dat er een kwantitatief doel is voor de proeftuinen.
Elk huis is anders
Vorig jaar was de Algemene Rekenkamer al kritisch over de plannen rondom het aardgasvrij maken van wijken en het vliegwieleffect waar het ministerie van uitgaat: “Wat dat vliegwieleffect is en uit welke concrete maatregelen het bestaat, maakt de minister naar ons oordeel niet duidelijk“, schreef de Rekenkamer destijds. En ook het EIB stelde (.pdf) eerder al dat de verwachte kostenreductie onrealistisch is. “Daarin worden we nu bevestigd“, zegt Van Hoek.
Gemeenten lopen volgens het EIB tegen veel organisatorische problemen aan. “Huizen lijken in de praktijk niet op elkaar, dus je moet elk huis bezoeken. Je moet met elke bewoner praten. Je moet de grond in de straat openmaken, en ook dáár kun je obstakels tegenkomen. En ook bewoners kunnen bezwaar maken“, somt Van Hoek op. Het PBL concludeerde vorige maand ook al dat de energietransitie op wijkniveau een kwestie van maatwerk is.
Kosten te laag ingeschat
En dat is niet alles. Ook businesscases van de proeftuinen blijken volgens het EIB problematisch. Kosten worden door vrijwel elke gemeente te laag ingeschat. Daar komt volgens Van Hoek bij dat de moeilijke wijken nog moeten komen. “De proeftuinen die we hebben onderzocht is voor een deel te typeren als laaghangend fruit.”
“We moeten ons nu gaan realiseren en ook accepteren dat er veel meer geld bij moet dan nu vrijgemaakt is“, stelt Van Hoek, “En dat zal vooral van belastinggeld moeten komen.” Want als voor 2030 nog een miljoen woningen van het gas afgehaald worden via de wijkaanpak, dan is dat volgens het EIB een investering van 40 miljard in de komende tien jaar.
Reactie ministerie
In een reactie stelt het ministerie van Binnenlandse Zaken dat het nog te vroeg is om nu al kostenreductie te verwachten. “De uitvoering van het Klimaatakkoord is nog maar net gestart. Mochten signalen komen dat de verwachte en beoogde kostenreductie niet wordt gehaald, dan zullen de partijen in het Klimaatakkoord onderzoeken welke aanvullende inzet nodig is. Kostenreductie richting 2030 is onmisbaar om de doelen te halen en de verduurzaming voor steeds meer situaties betaalbaar te maken.”
Volgens het ministerie is er wel degelijk al een vliegwieleffect te zien van de proeftuinen. “Er is namelijk grote belangstelling van gemeenten om deel te nemen aan proeven met aardgasvrije wijken.”